Seitenpfad:

11.11.2014 Meer me­t­ha­an uit de diep­zee

Meer methaan uit de diepzee

Mod­der­vul­kaan is bron van bro­ei­kas­gas me­t­ha­an
 
Meer methaan uit de diepzee
Moddervulkaan is bron van broeikasgas methaan

De mod­der­vul­kaan Haa­kon Mos­by in de Ba­rend­s­zee voor de kust van No­or­we­gen stoot jaar­li­jks hon­der­den ton­nen van het bro­ei­kas­gas me­t­ha­an uit. Dit schri­jft een on­der­zoek­team van het Bre­mer Max Planck In­sti­tuut, dat lang­du­rig on­der­zo­ek ver­richt­te, in het vo­ora­an­s­ta­an­de blad Na­tu­re Com­mu­ni­ca­ti­ons.
De on­der­zo­ekers verza­mel­den ge­du­ren­de 431 da­gen de tem­pe­ra­tuur-, druk- en pH-ge­ge­vens
en leg­den met een on­der­wa­ter­ca­me­ra vast, dat de mod­der­vul­kaan ge­du­ren­de het on­der­zo­ek
liefst 25 uit­barst­in­gen had van mod­der en gas. Vier van de uit­barst­in­gen wa­ren zo hef­tig dat het land­schap on­der wa­ter dras­tisch ve­rand­er­de. Met be­hulp van de meet­ge­ge­vens bere­ken­den de on­der­zo­ekers, dat de mod­der­vul­kaan on­ge­veer tien keer zo­veel gas uits­toot als tot nu toe werd aan­ge­no­men.

Op het land zijn dui­zen­den van deze mod­der­vul­ka­nen be­kend, en ook in de ocea­nen wor­den op een diep­te tus­sen 200 en 4000 me­ter steeds meer van deze me­t­ha­an uits­to­ten­de struc­tu­ren ont­dekt,
zo­als de on­der­zoch­te Haa­kon Mol­by mod­der­vul­kaan bij No­or­we­gen.
We­ten­sch­ap­pers schat­ten tot nu toe de uits­toot van me­t­ha­an door vul­ka­nen op de zee­bo­dem op 27 mil­jo­en ton per jaar. Dat is iets meer dan 5% van de jaar­li­jk­se uits­toot van in totaal 500 mil­jo­en ton
me­t­ha­an. Dit re­la­tief ge­rin­ge aan­de­el van deze diep­zee mod­der­vul­ka­nen, zou ech­ter ho­ger kun­nen zijn, om­dat er niet langs de ran­den van alle con­ti­nen­ten is ge­me­ten en om­dat er in de zee geen meet­sta­ti­ons zijn voor lang­du­rig on­der­zo­ek.

Het verrassende gedrag van moddervulkanen

De vraag was, sto­ten mod­der­vul­ka­nen con­ti­nu en ge­li­jk­ma­tig een stroom van gas en mod­der uit of ver­to­nen ze een meer on­voors­pel­baar ge­drag, heb­ben ze bij­vo­or­beeld wel eens de 'hi­k'? Pro­du­ce­ren ze al­ti­jd een ge­li­jk­ma­ti­ge stroom of wordt die af en toe vers­to­ord door een erup­tie?
Bij een con­stan­te stroom, zul­len geen ver­schil­len wor­den waar­ge­no­men. Het gas sti­jgt dan onon­der­bro­ken uit de kra­ter omhoog, een deel zal wor­den mee­ge­no­men door de wa­ter­zu­il en de rest zal als vo­ed­sel die­nen voor mi­cro­bio­lo­gi­sche pro­ces­sen op de zee­bo­dem. Zo'n re­gel­ma­ti­ge uit­stroom kan goed met sen­so­ren wor­den on­der­zocht en met be­hulp van ma­the­ma­ti­sche mo­del­len kan men tot een pro­gno­se ko­men. Zou­den er ook erup­ties vo­or­ko­men, dan kun­nen deze al­le­en ge­me­ten wor­den door mid­del van lang­du­ri­ge ob­ser­va­tie, om­dat deze uit­barst­in­gen zeld­zaam en on­voors­pel­baar zijn. Zo'n ob­ser­va­tie­pro­ject heb­ben we­ten­sch­ap­pers rond on­der­zo­eks­lei­der Dirk de Beer op­ge­zet en uit­ge­vo­erd.
Figuur 1: Het diepzee platform LOOME (Long Term Observatory On Mud-volcano Eruptions) deed 431 dagen observaties an de Haakon Mosby Mud Volcano. (Bron: Dirk de Beer, MPI Bremen). (loome.jpg) Figuur 2: Schematische dwarsdoorsnede van de moddervulkaan. De vulkaan is 1 kilometer in diameter en toch slechts 10 meter hoog. De pijlen geven de bewegingsrichting aan van de modderstroom. Gele rechthoeken geven de sensoren aan. Rechtsboven in rood is het LOOME-observatorium. Middenin is het signaal van een ontwijkende gaswolk te zien. Boven een waterdiepte van 500 m verdwijnt het gas, doordat het in het zeewater is opgelost. Het methaan wordt dan door aerobe bacterien geoxideerd.
(Bron: Montage M. Schlösser, MPI Bremen). Figuur 3: Witte matten van zwavel bacterien Beggiatoa bedekken de randen van de vulkaan. Met de videocamera werden de erupties vastgelegd. (Bron: WHOI) Figuur 4: Het pad van de tonnen zware temperatuur lans, deze legde 165 meter af. (Bron: Ifremer).
Langdurige observatie en continue verzameling van gegevens

Om te ki­jken hoe en wan­neer de vul­kaan uit­barst, plaats­ten de on­der­zo­ekers een plat­form met di­ver­se sen­so­ren en een diep­zee­ca­me­ra op de Haa­kon Mol­by, op 1200 me­ter on­der het wa­ter­op­perv­lak. De vul­kaan bes­laat een cir­kel met een doors­nee van een ki­lo­me­ter en ver­heft zich slechts 10 me­ter bo­ven de om­rin­gen­de zee­bo­dem. Er stroomt ijskoud bo­dem­wa­ter over de vul­kaan, maar hoe die­per je in de zee­bo­dem meet, hoe war­mer het wordt. Dr. To­mas Fe­se­ker van het Ma­rum Zen­trum voor Ma­ri­ne Mi­lieu­we­ten­sch­ap­pen van de Uni­ver­sit­eit Bre­men zegt:
'Wij kon­den in het cen­trum van de kra­ter op een me­ter diep­te 25° C me­ten. Die warm­te wordt aan­ge­vo­erd door gas­ri­jke vlo­ei­s­tof die uit de diep­te op­sti­jgt.'
Met het ob­ser­va­to­ri­um LOO­ME wil­den de on­der­zo­ekers tes­ten of de gas­hy­dra­ten in de zee­bo­dem door de hit­te­puls van een uit­barst­ing zou­den vri­j­ko­men en als gas zou­den kun­nen onts­nap­pen. Daar­toe stel­den ze in juli 2009 hun ob­ser­va­to­ri­um op, vlak­bij het ac­tie­ve cen­trum van de vul­kaan en leg­den ze met be­hulp van de op af­stand be­s­tu­ur­ba­re ro­bot MA­RUM-QUEST aan bo­ord van de FS Po­lar­stern een ver­bin­dings­ka­bel naar hun sen­so­ren.
In de loop van het jaar ve­rand­er­de de vul­kaan meer­de­re ma­len. De ther­mo­sta­ten no­te­er­den sti­j­gen­de tem­pe­ra­tu­ren, gas­sen ste­gen omhoog en druk­ten de zee­bo­dem meer dan een me­ter omhoog en meer dan hon­derd me­ter uit de flank. Maar daar­op her­stel­de de zee­bo­dem zich weer lang­zaam in de oude staat. Een feno­me­en dat bij een­ma­li­ge me­ting nooit zou zijn ont­dekt!

Tien keer zoveel methaan als voorheen aangenomen

Dr. Dirk de Beer van het Max Planck In­sti­tuut voor Ma­ri­ne Mi­cro­bio­lo­gie en we­ten­sch­ap­pe­li­jk lei­der van het LOO­ME ob­ser­va­to­ri­um licht de re­sul­ta­ten als volgt toe:
'De erup­ties wor­den ver­o­or­zaakt door het op­sti­j­gen­de gas uit de die­pe­re la­gen van de vul­kaan.
Elke erup­tie leidt daar­bij tot tem­pe­ra­tu­ur­sti­jgin­gen aan de op­perv­lak­te, waar­door de gas­hy­dra­ten die tot dan in bev­ro­ren toe­stand in de mod­der zit­ten door ver­hit­ting gas­vor­mig wor­den. Dit vri­j­ge­ko­men bro­ei­kas­gas me­t­ha­an sti­jgt in de wa­ter­zu­il omhoog. Onze bere­ke­nin­gen to­nen aan,
dat er on­ge­veer tien keer zo­veel me­t­ha­an onts­napt als tot nu toe werd aan­ge­no­men. Het me­ren­de­el van dit in het wa­ter op­ge­los­te gas be­reikt ech­ter nooit de at­mos­feer. Het wordt ti­j­dens het op­sti­j­gen ver­spreid in het zee­wa­ter en uit­ein­de­li­jk door bac­te­riën ver­te­erd.'

De on­der­zo­ekers heb­ben tien jaar oude ka­ar­ten van de zee­bo­dem van het on­der­zo­eks­ge­bied
ver­ge­le­ken met hun hui­di­ge be­vin­din­gen en vast­ge­steld dat het ui­ter­li­jk van de zee­bo­dem aan­zi­en­li­jk is ve­rand­erd. De ho­ri­zon­ta­le be­we­gin­gen van het se­di­ment kon­den de on­der­zo­ekers nauw­keu­rig re­con­strue­ren, want de ton­nen zwa­re lans om de tem­pe­ra­tuur mee te me­ten, is in de loop van het on­der­zo­ek liefst 165 me­ter ver­plaatst. Ver­ras­send was, dat on­danks alle uit­barst­in­gen de vul­kaan aan de ran­den niet over­liep. Dat be­te­kent dat de uit­ges­to­ten mod­der weer in de vul­kaan terug­ge­l­o­pen moet zijn.
Een be­lan­gri­jke uit­komst van deze stu­die is, dat de uit­barst­in­gen het bio­lo­gisch fil­ter van de zee­bo­dem, dat het mees­te me­t­ha­an van de Haa­kon Mol­by nor­maal 'opee­t', da­nig be­scha­di­gen.
Prof. Dr. Ant­je Boe­ti­us, ex­pe­di­tie­lei­der en me­deau­teur van de stu­die, zegt:
'Door­dat we nu voor het eerst een jaar lang deze mod­der­vul­kaan in de diep­zee heb­ben be­ke­ken, heb­ben we veel ge­leerd over zijn ge­dra­gin­gen en zijn invlo­ed op het mi­lieu. Om­dat uit­barst­in­gen
van zul­ke vul­ka­nen, zo­wel op het land als in de zee, beho­or­li­jke mod­der­ver­schui­vin­gen kun­nen
ver­o­orzaken en een aan­zi­en­li­jke bron voor het bro­ei­kas­gas me­t­ha­an zijn, wil ik plei­ten voor meer per­ma­nen­te ob­ser­va­tie­sta­ti­ons.'

Manfred Schlösser
Voor vragen:
Dr. Dirk de Beer, Max-Planck-In­sti­tu­te for Ma­ri­ne Mi­cro­bio­lo­gy, Tel. +49 421 2028 802,
dbeer@mpi-bre­men.de

Dr. Tom Fe­se­ker, MA­RUM-Zen­trum für ma­ri­ne Um­welt­wis­sen­schaf­ten Fach­be­reich Geo­wis­sen­schaf­ten der Uni­ver­si­tät Bre­men, fe­se­ker@uni-bre­men.de

Prof. Dr. Ant­je Boe­ti­us, Al­fred-We­ge­ner-In­sti­tut Bre­mer­ha­ven en Max-Planck-In­sti­tut for Ma­ri­ne Mi­cro­bio­lo­gy, Tel. +49 421 2028 860, ant­je.boe­ti­us@awi.de

Of aan de PR per­so­on:
Dr. Man­fred Schloes­ser, Max-Planck-In­sti­tut for Ma­ri­ne Mi­cro­bio­lo­gy, Tel.: 0421 2028704, mschloes@mpi-bre­men.de,
Ori­gi­ne­le ti­tel:
Erup­ti­on of a deep-sea mud vol­ca­no trig­gers ra­pid se­di­ment mo­ve­ment
To­mas Fe­se­ker, Ant­je Boe­ti­us, Frank Wenz­hö­fer, Je­ro­me Blan­din, Ka­ri­ne Olu, Dana R. Yo­er­ger, Ri­chard Ca­mil­li, Chris­to­pher R. Ger­man, Dirk de Beer.
Na­tu­re Com­mu­ni­ca­ti­ons, No­vem­ber 2014, doi:10.1038/​ncomms6385

Betrokken instituten
Max Planck In­sti­tu­te for Ma­ri­ne Mi­cro­bio­lo­gy, 28359 Bre­men, Ger­ma­ny
MA­RUM - Cen­ter for Ma­ri­ne En­vi­ron­men­tal Sci­en­ces and Fa­cul­ty of Geo­sci­en­ces, Uni­ver­si­ty of Bre­men, 28359 Bre­men, Ger­ma­ny
GEO­MAR, Helm­holtz Cent­re for Oce­an Re­se­arch Kiel, 24148 Kiel, Ger­ma­ny
HGF-MPG Group for Deep Sea Eco­lo­gy and Tech­no­lo­gy, Al­fred We­ge­ner In­sti­tu­te for Po­lar and Ma­ri­ne Re­se­arch in the Helm­holtz As­so­cia­ti­on, 27515 Bre­mer­ha­ven, Ger­ma­ny
IF­RE­MER, In­sti­tut Car­not EDRO­ME, RDT/ SI2M F-29280 Plou­z­ané, Fran­ce
IF­RE­MER, In­sti­tut Car­not EDRO­ME, REM/​EEP, La­bo­ra­toire En­vi­ron­ne­ment Pro­fond, F-29280 Plou­z­ané, Fran­ce
Woods Hole Ocea­no­gra­phic In­sti­tu­ti­on, Woods Hole, MA 02543, USA


Links:

http://​www.mpi-bre­men.de/​For­schun­g_am_­Tief­see-Schlamm­vul­kan_­Haa­kon_­Mos­by.html

http://​www.eso­net-emso.org/ (Web­sei­te Eu­ro­päi­scher Mee­res­bo­den Ob­ser­va­to­ri­en)


Dankzegging: Het pro­jekt LOO­ME werd ge­fi­nan­ciert via het EU pro­gram­ma ESO­NET, de Helm­holtz Sticht­ing, de Max-Planck-Sticht­ing en het Leib­niz-pro­gram­ma van de DFG.
Back to Top